This page is not available in English - View in Dutch:
In al het werk dat we doen als Kessels & Smit staat de mens centraal. We helpen mensen om in hun kracht te komen en datgene te doen waar zij goed in zijn en energie van krijgen en om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en hun eigen omgeving. Dit zit in ons DNA, en is de drijfveer van waaruit we werken.
We merken dat we ons daarnaast ook steeds explicieter inzetten voor maatschappelijke vraagstukken. Zowel in projecten die starten met een vraag van een klant als in projecten die we zelf initiëren. Zoals een simulatie van democratie met jongeren in de Kaukasus of een waarderend onderzoek over de toekomst van Curaçao. Wij denken dat we niet alleen in deze projecten afzonderlijk iets bijzonders aan het doen zijn, maar dat de projecten gezamenlijk ook laten zien hoe we op een krachtige manier aan maatschappelijke vraagstukken kunnen werken en kunnen bijdragen aan beweging in de samenleving.
Voor ons een reden om een klein onderzoek naar bestaande projecten te beginnen. Wat hebben deze, op het oog verschillende projecten dan met elkaar gemeen? Wat maakt de manier waarop wij in deze projecten werken bijzonder? Wat kunnen we hier van leren? Deze blog is een eerste aanzet om antwoord te geven op deze vragen. Dat doen we aan de hand van drie voorbeelden van projecten waar we op dit moment mee bezig zijn.
SpringAge: stimuleren van ondernemerschap van Zuid-Afrikaanse jongeren
Als jonge Zuid-Afrikaanse zag Neliswa de groeiende werkloosheid onder haar generatiegenoten. Zij was bang voor een ‘verloren generatie’ en besloot hier zelf iets aan te gaan doen. Volgens Neliswa zijn er vooral nieuwe ondernemingen nodig die zorgen voor werk voor haar generatiegenoten. Samen met haar middelbare schoolvriendin Raelene zette ze SpringAGE op. Een organisatie die het kennispotentieel van jongeren benut en tegelijkertijd ondernemerschap onder jongeren stimuleert.
SpringAGE bepaalt een prangend vraagstuk, bijvoorbeeld ‘Hoe kan technologie bijdragen aan de welvaart van jonge Zuid-Afrikanen?’ en nodigt hierbij een relevante organisatie uit, zoals Microsoft, die wil investeren in de oplossing van dit vraagstuk. Vervolgens nodigen Neliswa en Raelene een groep jongeren uit om over de vraag na te denken tijdens een SpringBREAK. Dit zijn jongeren met verschillende achtergronden, die graag zelf willen gaan ondernemen. Naderhand worden de ideeën die uit de SpringBREAK komen aangescherpt, eventueel met hulp van experts, en omgezet in ondernemingen, die op hun beurt weer voor werk gaan zorgen, in dit geval in de technologie.
Involved Learning: samen leren & innoveren
Het speelveld tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties is aan het veranderen. Bedrijven en maatschappelijke organisaties beseffen steeds meer dat alleen echte samenwerking hen verder brengt. Daarom ondernemen zij stappen om elkaars wereld te leren kennen en begrijpen en met elkaar aan het werk te gaan.
Deze ontwikkelingen spreken Annechien aan, en voor haar is involved learning een manier om hieraan bij te dragen. Bedrijven en maatschappelijke organisaties zetten zich samen in voor een maatschappelijk vraagstuk, leren van elkaar en vernieuwen samen door hun krachten te bundelen. Bij een bank en een grote uitgeverij heeft zij leidinggevenden in een Management Development-programma begeleid, waarbij deze in teams aan vraagstukken werkten die werden ingebracht door stichting Resto van Harte, IMC Weekendschool en Burennetwerk. Een voorbeeld van zo’n vraagstuk was: ‘Bedenk met ons nieuwe manieren om eenzaamheid in de stad tegen te gaan’. In dit traject zetten leidinggevenden hun kennis en expertise in en werken tegelijkertijd aan hun eigen ontwikkeling.
Het bijzondere van dit type traject is dat het ingebrachte vraagstuk vaak vraagt om een aanpak die anders is dan deze leidinggevenden gewend zijn. Het vraagt om te kijken zonder oordelen, aan te sluiten bij wat er speelt en van daaruit te komen tot innovatieve oplossingen. Dat professionals zich deze manier van kijken en verbinden eigen maken is waardevol voor henzelf, hun organisatie én de samenleving.
De regio mobiliseren: Limburg in de maak
Onmiddellijk nadat Luc hoorde dat de Ford fabriek in het Vlaamse Limburg (zijn eigen regio) ging sluiten, belde hij een aantal vakgenoten en bekenden op: dit kunnen we niet zomaar laten gebeuren, hier moeten we iets mee doen. Jaren eerder had hij vanuit zijn functie bij Philips gezien wat de sluiting van een fabriek kan betekenen voor mensen en voor een regio. Waar dergelijke sluiting natuurlijk een drama is voor de rechtstreeks betrokkenen, komt er tegelijk een vraag naar boven: hoe ontwikkelen wij, inwoners van die regio, een nieuwe en aantrekkelijke toekomst voor onszelf? En hoe kunnen we daar creatief en ondernemend samen vorm aan geven? Dergelijke vragen los je niet alleen op: je hebt veel mensen nodig die elkaar daarover willen opzoeken om gaandeweg hun persoonlijke dromen te boetseren tot een collectieve wens.
Op een eerste bijeenkomst rond deze vragen kwam een diverse groep af. Mensen die elkaar normaal niet zo snel zouden tegenkomen: van ondernemer tot student, van overheid tot sociaal middenveld. Wat ze met elkaar gemeen hadden, is de betrokkenheid bij de regio en de energie om ‘in actie’ te komen. Opvallend was dat ze van ‘mens tot mens’ met elkaar in gesprek gingen, in plaats van uit hun formele rol. Samen dachten ze na over de kracht van de regio en haar potentieel voor de toekomst. Ondertussen hebben de overheden en formele partners een strategisch actieplan voor de regio uitgewerkt. Het waarmaken van deze plannen heeft nog iets anders nodig: de kracht van een gemeenschap, een regio die het vermogen van heel diverse mensen wil aanspreken en verbinden. Een steeds groeiende dialoog waarin nieuwe inzichten en nieuwe kansen ontstaan. Daarrond zijn we een beweging aan het opzetten met mensen die elkaar opzoeken: samen ontdekken, ontwikkelen, ondernemen. Limburg in de maak.
Bouwstenen uit de voorbeelden
Wat hebben deze drie voorbeelden met elkaar gemeen? En wat maakt onze aanpak hierin bijzonder? Met andere woorden: wat hebben wij geleerd over wat werkt en zijn wat ons betreft bouwstenen die we in meer projecten kunnen gebruiken?
- Allereerst starten deze projecten met een sterke persoonlijke ambitie en drive van de initiatiefnemer (vaak een collega). Je zou het bijna een soort ‘appeal’ kunnen noemen.
- Daarnaast werken we in al deze projecten met ‘grote vragen’ over de toekomst van een groep uit de samenleving, een generatie, een regio of land.
- In al deze projecten brengen we mensen met verschillende achtergronden en perspectieven bij elkaar. Mensen die elkaar niet snel zouden ontmoeten of die normaal gesproken ‘geen stem hebben’ in het vraagstuk.
- Wat deze projecten ook met elkaar gemeen hebben is dat ze sterk actiegericht zijn. We gaan niet praten over, maar experimenten bedenken en concreet aan de slag.
- In deze projecten benutten we wat er is en wat aanwezig is in de mensen die zelf geraakt worden door het vraagstuk. We gaan dus niet praten over, maar praten met de mensen die betrokken zijn bij het vraagstuk en laten hen zelf naar oplossingen zoeken.
- In al deze projecten gaat het met name om het creëren van ontmoetingen waarin mensen met elkaar in dialoog gaan en waaruit creatieve en ongewone oplossingen ontstaan. Oplossingen waar de steeds complexere samenleving om vraagt. Er ontstaat particileren, ervaringsgericht leren door te participeren. Meedoen maakt je niet alleen slimmer, maar ook wijzer. Je begrijpt het perspectief van de ander, denkt integraal en bedenkt oplossingen die belangen verbinden.
Hoe nu verder?
Wij merken in de praktijk dat de combinatie van bovenstaande bouwstenen werkt en dingen mogelijk maakt die we niet hadden verwacht. Wij willen dit dan ook groter maken en hier meer mee gaan experimenteren en er verder over leren. Wat ons betreft sluit dit aan op de maatschappelijke veranderingen en een verschuiving van verantwoordelijkheid van de overheid naar burgers, civil society en bedrijven.
Vragen waar we ons de komende tijd mee bezig gaan houden zijn: hoe kunnen we dit type projecten meer gaan doen? Hoe doen we dat op een manier die ook financieel goed werkt, en daarmee duurzaam is? Hoe kunnen we manieren bedenken om het potentieel van de maatschappij en de ‘wisdom of the crowd’ nog veel meer te benutten? En hoe kunnen we meer mensen uitnodigen en verleiden om mee te doen in dit soort initiatieven?