verhalenblog 111890188831

Verhalen als brug: verbindingen versterken in coronatijden


'Dat had ik nog niet zo bedacht’, zegt de oudere man, zichtbaar geraakt. Hij reageert op het verhaal dat hij zojuist van een jongere heeft gehoord. Ze zijn net als tweetal in gesprek geweest als onderdeel van een dialoog met nog acht andere onbekenden uit verschillende delen van het land. Het is maart 2021 en het onderwerp is: ‘hoe heb je de coronacrisis tot nu toe beleefd en wat heeft volgens jou straks herstel nodig?’

 

We hadden alle deelnemers uitgenodigd om een ‘kiem-’ en/of een ‘knelverhaal’ te delen. Als gepensioneerde had de oudere man nadelen ervaren, maar hij vond de lockdowns ook een periode van rust, waarin hij van zijn huis, tuin en de natuur in Nederland kon genieten. Dat verhaal deelde hij. De student vertelde daarentegen over hoe hij zich persoonlijk opgesloten had gevoeld: waar hij voorheen makkelijk erop uit ging en op veel plekken kwam, was hij nu veel meer op zijn eigen kamer en woonplaats aangewezen.

 

Het verhaal van de jongen kwam echt binnen bij zijn gespreksgenoot en zette hem aan het denken. ‘Ik vind het heel interessant om vanavond vooral ook wat jonge mensen te horen. In het gesprek met mijn duopartner zei ik vrijuit: ‘ik ben blij dat ik nog kan rondrijden in mijn autootje. Ik kan gaan en staan waar ik wil op dit moment’. Maar toen hij zei ‘ik heb geen auto’ dacht ik: ‘oké, dat had ik nog niet bedacht’. Door de beperkingen wordt mijn wereldje klein, ik ben meer in een bubbel gekomen. En nu merk ik hoe goed het is om anderen te horen... Dat doen we te weinig. Ik vond het heel mooi dat dat nu even ontstaan is.’ En dat raakte de student weer: ‘Ik wil daar graag op reageren: ik vind het heel fijn om dit te horen van een best wel oude meneer. Het lijkt soms alsof oude mensen het weinig kan boeien. Dat er niet per se meer groen moet komen, of meer huizen. Dat er heel veel mensen zijn in Nederland die amper kans hebben op een huis. Ik vind het hoopgevend dat er oudere mensen zijn die daarover na willen denken.’

 

Verhalen als brug

Wat hier gebeurt is een mooie illustratie van de verbindende kracht van verhalen over leefwerelden heen. Beide gesprekspartners wisten al wel, via (social) media bijvoorbeeld, dat de lockdown voor veel jongeren zwaar is, en dat mensen van middelbare leeftijd er naast de nadelen juist ook voordelen in zagen. Dat was geen nieuws. Maar door niet met elkaar over ‘de woningmarkt’ of ‘mentaal welzijn’ te praten, maar het persoonlijke verhaal van één ander individu te horen kwam het een stuk dichterbij. Dat werkte verbindend en er ontstond ook meteen iets activerends: wat kunnen we doen? Nog zonder dat de oplossing voor handen ligt, overigens. Maar het heeft al effect. Zeker in situaties waarin je mensen uit verschillende leefwerelden nodig hebt om samen een vraagstuk op te pakken, is die verbinding leggen een cruciale eerste stap. En naarmate de leefwerelden verder uit elkaar liggen, is het belangrijker om die stap te ontwerpen – zo’n uitwisseling van verhalen komt niet zomaar vanzelf tot stand. 

 

Afstand tussen ‘bubbels’ en het belang van zwakke bindingen

Door de coronacrisis en de noodgedwongen ‘social distancing’ zijn in organisaties en in de maatschappij als geheel ‘bubbels’ versterkt en afstanden tussen groepen vergroot. Hoogleraar Sociale Geografie Beate Volker legt in een lezing voor de KHMW uit hoe dat werkt.

 

Het begin van de crisis leek een soort eensgezindheid in te luiden, vertelt ze, met het applaus voor de zorg bijvoorbeeld. Maar gaande de rit ontstond ook meer afstand in de samenleving. ‘Dat is goed te verklaren’, vertelt Volker. ‘Normaal gesproken brengen we 80% van onze tijd door met mensen met wie we een ‘zwakke binding’ hebben: de buren die je groet als je voorbij loopt, de marktkoopman waarbij je je fruit afrekent, mede-treinreizigers waar je zwijgend naast zit maar die wel een vertrouwd gezicht zijn…. We genieten daar als mensen ook van: het onverwachte van die ontmoetingen geeft energie. Ze maken dat je je gezien voelt en bevestigen je identiteit: je bent deel van een groter geheel. Ook sprokkelen we als eekhoorntjes heel veel kleine beetjes informatie bij elkaar van die verschillende plekken. Al die bindingen vielen bij covid weg. De hechte banden, je gezin, naaste familie, goede vrienden, die bleven over. Dat contact intensiveerde.’

 

Dat doet iets met individuen: we missen de energie die we krijgen uit spontane ontmoetingen, en ook onze informatie wordt eenzijdiger. Het heeft ook impact op het niveau van de samenleving als geheel. Volker illustreert het met twee simpele tekeningen. Op de eerste zijn allerlei punten (mensen) verbonden door een wirwar van lijnen, op de tweede vallen alle dunne lijnen weg. Wat overblijft zijn kleine verbonden clustertjes mensen die geheel los van elkaar staan: de befaamde ‘bubbels’. Ze schetst de gevolgen. ‘Als een samenleving zijn zwakke bindingen verliest, dan heeft dat allerlei gevolgen: de polarisatie neemt toe, er ontstaan grotere verschillen tussen groepen, eenzaamheid wordt versterkt, er ontstaat een voedingsbodem voor complotdenken… We zien dat altijd in crisistijd, en nu dus ook.’ Ze is ook optimistisch over het vermogen van de samenleving en van organisaties om te herstellen. ‘Dat vraagt wel dat we die zwakke bindingen weer gaan maken. Deels gaat dat vanzelf als we weer het terras op kunnen en naar het werk gaan.’ Maar soms is ook een zetje nodig.

 

Ontmoetingen als katalysator

Zo’n ‘zetje’ kan de vorm krijgen van het organiseren van ontmoetingen over groepen of ‘bubbels’ heen, waar ruimte is om verhalen en ervaringen uit te wisselen over de coronatijd: Wat heb jij meegemaakt en wat maakte dat belangrijk voor je? Dat werkt en is niet alleen nodig in de maatschappij als geheel, maar ook in de context van werk waar we door het vele online werken ook die smeerolie missen. En mensen door verschillende leefomstandigheden deze periode totaal verschillend beleven.

 

We organiseerden deze maanden regelmatig dit soort momenten in of tussen teams, waar na ruim anderhalf jaar thuiswerken afstand is ontstaan. Een verhalensessie over wat eenieder heeft meegemaakt en hoe mensen die periode beleven verkleint die afstand en herstelt de (zwakkere) verbindingen. We nodigden mensen uit om verhalen uit te wisselen, bijvoorbeeld met vragen als:

  • Wil je een kiem- en knelverhaal delen: Wat kwam er bij jou in de verdrukking? En wat is er juist – misschien tot je verrassing – ontkiemd, waar je blij mee bent en dat je wel zou willen vasthouden?
  • Als je de coronatijd tekent als een grafiek met ups en downs… hoe ziet die er dan bij jou uit? Waar zaten je pieken en dalen, welke momenten beleefde je als moeilijk en waar ging het beter?
  • Wil je eens een moment delen dat je er even helemaal doorheen zat? Wat of wie hielp je erdoorheen? En heb je ook een voorbeeld van een sprankelmoment? Een situatie waar je energie van kreeg? Wat gebeurde daar?

 

Vaak starten we in tweetallen, in een breakoutroom. Omdat dat de fijnste manier is om verhalen de ruimte te geven. Maar daarna kan je opschalen en groepjes groter maken en dan bijvoorbeeld samen reflecteren op de ontdekkingen… Wat leer je over je eigen veerkracht? Of: over hoe we elkaar soms ondersteunen? Sommige teams willen stilstaan bij wat ze vast willen houden of juist anders willen gaan doen in de samenwerking of in het thuiswerken. Dan is het gesprek een springplank voor nieuwe aanpakken. Heel vaak is echter ook de uitwisseling op zich al voldoende. En helpt het om met elkaar even stil te staan bij hoe het was om zo met elkaar in gesprek te zijn.

 

Andere voorbeelden die wij hoorden van dat soort ontmoetingen met als doel om ‘zwakke bindingen’ te versterken zijn:

  • De werkgroep werkgeluk van de Hogeschool Utrecht besloot de ‘koffiekamer’-gesprekjes die waren weggevallen door het thuiswerken een impuls te geven door medewerkers de gelegenheid te geven zich aan te melden voor ‘koffie met…’. Met een wandelkaart konden ze bij een aantal zaken in de stad een coffee-to-go halen voor een bijpraatwandeling met een onbekende of juist bekende collega.
  • Een aantal dagbladen organiseerde eind 2020 een reeks gesprekken (zie bijvoorbeeld ‘Nederland in gesprek’ van de Volkskrant) waarvoor lezers zich konden opgeven. De krant koppelde mensen in tweetallen aan elkaar en die zochten elkaar op voor een ontmoeting.
  • Sinds 2001 organiseert Stichting ‘The Muse’ ‘conversation meals’, naar een concept van Oxford-wetenschapper Theodore Zeldin. Vreemden krijgen een menukaart waar geen gerechten op staan maar vragen die uitnodigen om ervaringen, waarden en ideeën uit te wisselen. Ze blijven de gehele tijd in tweetallen en geven hun eigen verdiepte gesprek vorm. De Weense Eugene Quinn vertaalde dit in 2013 naar de befaamde koffiehuizen in de stad: in de Coffeehouse Conversations wordt telkens een inwoner van Wenen gekoppeld aan een expat of bezoeker.

 

Verhalen de ruimte geven

Wat in dit type ontmoetingen vooral werkt is dat er ruimte is voor de verhalen. Verhalen over eigen ervaringen en wat daarin voor iemand belangrijk is hebben namelijk een inherent verbindende werking. Meningen en feiten dagen mensen, als ze het anders zien, uit om in discussie te gaan: ‘is’ het wel zo? Een verhaal nodigt uit om je eigen leven te onderzoeken op soortgelijke ervaringen. Zeker als ze worden uitgewisseld in tweetallen. ‘The shortest distance between two people is a story’ is niet voor niets een geliefde uitspraak onder storytellers. Er is meer ruimte voor luisteren en op onderzoek uitgaan, en jezelf verplaatsen in de situatie van de ander.

 

Een dergelijke ontmoeting met enkele anderen zorgt er natuurlijk nog niet gelijk voor dat alle zwakke bindingen weer terug zijn, maar het is wel een vorm die mensen aan kan zetten om méér gesprekken aan te knopen en verhalen te willen horen van onbekenden. Of anders te gaan kijken naar mensen die ‘anders’ zijn dan zijzelf, al is het door zich net af te vragen: welk verhaal zou er achter het gedrag van deze persoon zitten? De eenmalige ervaring van een echte verbinding met een vreemde kan op die manier nog lang doorwerken. Zeker als je dit organiseert met groepen die bij wel ‘bij elkaar horen’ maar waar afstand is ontstaan (wijken in een stad, afdelingen van een organisatie, collega’s in een team….) bouw je met het uitwisselen van de verhalen bovendien aan de verbindingen die nodig zijn om over de leefwerelden heen samen aan de slag te zijn. 

 

 

Deze blog is onderdeel van een serie in het kader van een nieuw boekproject over de rol van ‘verhalen(d) werken’ bij persoonlijke, organisatorische en maatschappelijke ontwikkeling, van Saskia Tjepkema, Joeri Kabalt, Luc Verheijen, Martijn van Ooijen, Koen Weber en Lieve Scheepers.