Gistermiddag om kwart voor twaalf zaten we met een grote groep belangstellenden klaar in het auditorium van de Vrije Universiteit: onze collega Martijn van Ooijen verdedigde zijn proefschrift en kreeg de doctorsbul uitgereikt! Met deze feestelijke gebeurtenis sluit Martijn een uitgebreid onderzoek af waar hij de afgelopen jaren met een schier onuitputtelijke bron van energie aan werkte.
Onderzoek naar de rol van verhalen bij het creëren van urgentie
In het lekenpraatje voorafgaand aan de verdediging vertelt Martijn aan ons, het publiek, over zijn nieuwsgierigheid en ontdekkingen. Het onderzoek begint met Martijn zijn fascinatie voor de manier waarop mensen in organisaties met hun verhalen urgentie creëren om te veranderen. Zoals: "Als we niet snel veranderen in een netwerkorganisatie, gaat ons dat klanten kosten. Het is nu of nooit." Vaak wordt in die verhalen tijd als een lineair gegeven behandeld: ‘vandaag speelt dit, morgen moeten we daar staan.’
In de werkelijkheid maken maken mensen echter hun eigen verhalen, waarin het verleden, het heden en de toekomst door elkaar heen lopen. Herinneringen uit het verleden, waarnemingen over wat er nu speelt beïnvloeden allebei de plannen die je vandaag voor de toekomst maakt. En dat gebeurt bij iedereen anders. Dus hoewel sommigen misschien veel urgentie voelen, denkend aan de toekomst, hebben anderen dat veel minder omdat ze kijken naar hoe het de afgelopen jaren ging (‘er is niet zoveel reden om aan te nemen dat dat zo snel verandert). Of omdat ze heel erg in het nu leven…
In twee casussen heeft Martijn onderzocht hoe tijd een rol speelt in die verschillende urgentieverhalen en hoe die op elkaar inwerken: hij keek naar de implementatie van de Wet Langdurige Zorg en naar de manier waarop in de bouw met veiligheid wordt omgegaan. Hij verzamelde foto's, films, project-documentatie, maakte field notes en deed interviews.
Enkele inzichten uit Martijn zijn studie
Het onderzoek maakt duidelijk dat sommige urgentieverhalen zichtbaarder zijn dan andere. Martijn gebruikt het beeld van een ijsberg. Er zijn tal van verhalen onder de oppervlakte. Ze zijn minder goed zichtbaar maar doen er zeker toe. Sommige worden ook niet zo gemakkelijk gedeeld door mensen, omdat ze denken dat dat niet zo hoort bijvoorbeeld. Iemand die betrokken is bij de bouw van een woning bijvoorbeeld verklaarde nooit ongezekerd het dak op te gaan, terwijl dezelfde persoon dat een dag eerder wel degelijk deed. Maar hij vond het niet gepast om dat te zeggen in de vergadering.
Het naar de oppervlakte halen van alle verhalen die spelen heeft het meest kans van slagen in een gesprek dat kenmerken heeft van een dialoog. En ook als je verhalen wilt veranderen lukt dat het beste in een ontmoeting waarin 'het goede gesprek' plaatsvindt en waar mensen ruimte ervaren voor reflectie.
De verdediging als goed gesprek
Dit onderzoek en de manier waarop Martijn dat heeft vastgelegd in diverse artikelen werd goed ontvangen door de opponenten. Ze prezen zijn mooie eindwerk, vonden de concepten boeiend en de onderzoeksresultaten intrigerend. Uiteraard was het ook hun rol om kritische vragen te stellen. Er ontstond een uitwisseling over methodologische keuzes en diverse concepten. Ook het onlangs verschenen rapport over klimaatverandering werd aangehaald. De opponent was benieuwd welk nieuw licht de inzichten vanuit het promotieonderzoek zouden kunnen bieden voor de volgende stappen die we als samenleving zouden moeten nemen. In het gesprek dat zich ontspon, leerden we als toehoorders de inzichten uit Martijn zijn onderzoek kennen.
Hoe doet hij het?
In de tijd dat Martijn zich wijdt aan het zorgvuldig beantwoorden van alle vragen worden Donald Ducks gelezen en een Rubiks cube in elkaar gezet door zijn kinderen. Drie kwartier is, ook met een goed gesprek, toch best een poos als er weinig plaatjes te zien zijn. De pedel spreekt de verlossende woorden ‘Hora est’ en na kort beraad is Martijn gepromoveerd tot doctor in de Philosophy. Promotor prof. dr. Marcel Veenswijk en copromotor dr. Antonie van Nistelrooij spreken de laudatio uit en we horen hierin een ons zeer bekende Martijn in terug.
Met tomeloze energie en een flinke dosis eigenwijsheid heeft Martijn de afgelopen tien jaar dit proefschrift tot stand gebracht. En dat niet alleen, want in dezelfde periode trouwde hij, kreeg hij drie kinderen, schreef hij met vakgenoten boeken en artikelen en was hij trekker van tal van activiteiten bij onze Learning Company. “Hoe doet hij het?” is de vraag die onze collega en paranimf Koen Weber oproept tijdens het informele samenzijn na afloop. Dat blijft vermoedelijk het geheim van Martijn. Wij zijn er in elk geval heel trots op en kijken er naar uit om hier van te kunnen blijven leren.
Het proefschrift draagt de titel "Not all fish will survive" Working with a multitude of urgency narratives in processes of change en is hier te downloaden.
foto: Hanneke Vollbehr