We kennen allemaal de gezegdes: ‘vergissen is menselijk’ en ‘van je fouten kun je leren’. Sterker nog, we maken elke dag fouten: groot en klein, ongelukjes of onbedoeld. Desondanks voelt een fout vaak nog als falen en niet als een geweldige kans om verder te komen.
Ik ben mij ervan bewust dat mijn kennis, kunde maar ook mijn fouten mij uniek maken. En dat ik ze daarom eigenlijk moet omarmen. Maar dit blijft een uitdaging.
Een groot stuk van ons leven is juist ingericht om fouten te voorkomen, om in een comfort zone te blijven, risico’s te vermijden in plaats van die sprong in het diepe te maken en te leren van het moment dat je onderweg struikelt.
Naar de toekomst toe zouden onze fouten, ongelukjes en mislukte ideeën eerder wegwijzers dan ‘vermijders’ moeten zijn; de dingen die ons uniek maken maar ook krachtige essentiële lessen leren voor de toekomst.
Wat moeten wij als leerprofessionals met die fouten?
Hoewel we dat al langer weten is het openlijk bespreken van fouten iets dat recent steeds meer in de aandacht komt. Het lijkt alsof we ons als samenleving steeds bewuster worden van het belang van nieuwsgierigheid en openlijke twijfel. We hoeven niet meer direct een antwoord te hebben, want zien ook in hoe belangrijk vragen zijn. Dat betekent ook iets voor het vak van leren en ontwikkelen.
Ons vak gaat niet meer alleen over het ontwerp van bijvoorbeeld een training of het geven van een advies voor een vooraf gestelde vraag. Ons werkterrein is zich aan het verbreden. Het wordt belangrijker om na te gaan hoe je onzekerheid in een proces kunt inbouwen, hoe je gaandeweg leert van onverwachte uitkomsten en hoe je op een productieve manier betekenis kunt geven aan onverwachte wendingen.
Een belangrijke stap hierin is het onderwerp bespreekbaar maken en het (h)erkennen van fouten. Deze bekwaamheden liggen namelijk in de kern van het leervermogen en de innovatiekracht van onszelf en de organisaties waar we in verenigd zijn.
De theorie is helder, nu nog de praktijk!
Het vermogen om te leren van fouten heeft alles te maken met hoe je omgaat met onbedoelde afwijkingen van het verwachte of gewenste resultaat. Onderzoekers vonden uit dat, om te leren van fouten, er idealiter drie fases zijn die je doorloopt:
- Het identificeren van fouten
- Het analyseren en bediscussiëren van fouten
- Doelbewust experimenteren
Dit levert een uitdaging op voor het maken van fouten op en rond het werk, want vaak voelen we daar weinig ruimte voor. Want daar mag eigenlijk niets ‘fout’ gaan. En juist daarom is het van belang het taboe van fouten maken te doorbreken, fouten niet langer te negeren en onder het tapijt te vegen. Maar juist actie te ondernemen en te onderzoeken hoe we hier van kunnen leren. Want door fouten niet langer bij jezelf te houden kan een ander juist weer heel veel leren.
Zelf onderzoeken en kennis opdoen? De biechtstoel!
Tijdens Next Learning 2016 op 19 april in Den Bosch, kan je op onze stand informatie opdoen en een ervaring meenemen: de biechtstoel, een plek waar je een open en eerlijk gesprek kan voeren over die ene fout, misser of blunder in je carrière.
Aan de hand van een praktisch instrument bestaande uit statements, foto’s en vragen gaan we samen experimenteren met productieve vormen over het voeren van zo’n gesprek. En zo leren we met elkaar meer over hoe dat werkt: praten over fouten, leren van die fouten en aanpakken bedenken die je helpen fouten maken te integreren in je werk.
Het leren van fouten en de biechtstoel op Next Learning zijn onderdeel van het afstudeerproject van Kirste den Hollander bij Kessels & Smit. Kirste studeert Educational Science and Technology aan de Universiteit van Twente. Ze is geïnteresseerd in hoe je ruimte en aandacht creëert voor leren in het dagelijkse werk.