Dagboek fragment: - Ik schud de laatste winterse moeheid maar lastig van me af en dat zie ik terug in mijn effectiviteit. Hoewel ik dit jaar de wens had om rustig te beginnen, overvalt het gevoel van haast me toch weer. Door die haast ben ik onrustig, wil ik veel tegelijk en komt er nóg minder terecht van mijn voornemens dan ik van tevoren had bedacht. Een onhandig en stom gedachtencirkeltje waar ik me nu, bij deze, uit schrijf. Maar welke cirkel schrijf ik me dan in? -
Het is februari en de lente is in aantocht. Elke dag is er een beetje meer licht en energie maar de koude weken blijven duren. Voornemens en ambities voor het nieuwe jaar zijn misschien alweer wat meer naar de achtergrond verschoven. Middels deze blog verken ik dit ‘opstarten’, en deel een aantal vragen die mij daarin helpen.
Opstarten is niet hetzelfde als gelijk goed van start
- Denken in termen van ambities, dat wat ik in de wereld wil zetten of wil laten zien, het trekt mijn aandacht naar buiten. En dat werkt mijn onrust in de hand. Ik schiet in vergelijken, zoek dingen op die al bestaan en zet mijn prille idee daarnaast. Die wint het dan natuurlijk nooit en daarmee breng ik het zelf om zeep, nog voor het enige kans van slagen had. En heb ik het gevoel weer van voor af aan te moeten beginnen omdat het mijn onzekerheid in plaats van mijn zekerheid voedt. -
Misschien is een ambitie, een woord dat van oorsprong refereert aan het streven of de ijver om ergens naar toe werken, voor mij op dit moment te gericht. Jaap Voigt (Leven en werken in het ritme van de seizoenen) schrijft over lente als ‘een periode van ontwaken en openbarsten met de nodige worsteling’. Hij schrijft dit proces als ‘ontvouwen’ met alle risico’s die daarbij horen. Als er niet voldoende bescherming is kan een kiem makkelijk worden uitgetrokken voor hij goed is geworteld. Dit wortelen vraagt rust, bescherming en zorgvuldigheid. Als ik zo kijk gaat opstarten of ontvouwen nu vooral over investeren in een goede bodem; een structuur en een aantal grenzen die jouw focus voor dit jaar nog even veilig uit de wind houden.
Wat hebben jouw eerste ideeën nodig om steviger te worden?
Welke structuur in je dag of week helpt hierbij?
Joep Dohmen maakt in het boek Brief aan een middelmatige man onderscheid tussen beïnvloeding die je van jezelf vervreemd en beïnvloeding die je vrijer maakt. ‘Autonomie betekent dat je er daadwerkelijk in slaagt om jezelf te begrijpen, door na te gaan wat je belangrijkste verlangens zijn, hoe je die kunt uitdrukken en hoe je kunt samenvallen met jezelf.’ Dohmen pleit voor grondig zelfonderzoek waarin het contact met anderen voedend kan zijn. Het gaat niet zo zeer over contact opzoeken om je te helpen iets verder te brengen, wel over conversaties of uitwisseling op zoeken die je helpt om jezelf beter te snappen. Als ik zo kijk gaat opstarten over kiezen in welke mensen ik nu dichtbij laat komen.
Door welke contacten wil jij je laten beïnvloeden?
Welke voorzichtige verkenningen kun je komende tijd doen?
Jos Kessels (Scholing van de geest) schrijft dat zelfonderzoek kan helpen meer zicht te krijgen op ‘een grondbeginsel, een maatstaf waaraan je je wilt houden en waarmee je jezelf de maat neemt. Het geeft aan wat je belangrijk en waardevol vindt in het leven’. Het gaat om persoonlijk inzicht over wat voor jou werkt, wat een zienswijze is die voor jou richtinggevend is. En hoe je vanuit daar kunt handelen. Opstarten gaat misschien dus ook wel over het kantelen van je denkrichting. In plaats wat me af te vragen wat ‘naar buiten’ moet kies ik deze weken me af te vragen wat komt ‘van binnenuit’. Het woord intentie, dat van oorsprong refereert aan bedoeling, past mij in deze fase beter dan het woord ambitie. Zelfonderzoek en reflectie gaat hand in hand met oefenen; je herhaaldelijk of zelfs voortdurend bezighouden met die intentie.
- … Aandacht en liefde is dan mijn intentie. Pfff schrijf ik dit echt? Wat suf en zweverig zeg. Nou en, het is de kern. Ik oefen mij tijdens conversaties met anderen in openen. Dat betekent in de ene situatie vragen stellen en in de andere situatie juist stelligheid en afbakenen. Ik oefen mij in geduld bewaren en me voegen naar het tempo van anderen, mijn tweejarige kind biedt goede training mogelijkheden. Ha! De term oefenen helpt niet alleen te focussen maar brengt ook een nieuwe speelsheid, het voelt alsof ik telkens iets anders kan doen. Elk moment is intunen en dan er volledig in gaan. En observeren waar ik in groei. Bij vlagen genieten, ook intensief en uitputtend. -
Oefenen geeft de mogelijkheid om momenten als een nieuw beginnetje te zien. Verschillende dingen uitproberen want je bent aan het oefenen. Het verlangt ook inzet en vasthoudendheid want je bent aan het oefenen dus niet alles gaat gelijk goed. Onderzoeken, oefenen en daarmee ‘het onophoudelijk knopen, losmaken en opnieuw knopen van je innerlijk net van betekenissen’ is volgens Dohmen leen belangrijke kern van levenskunst.
Vanuit welke intentie handel je? Wil je handelen?
Waar oefen jij je in?
Welk momenten lenen zich als oefen moment?
- Ontvankelijk zijn voor wat komen gaat en werken vanuit je intentie; wat een zware kost. Ik vertaal het in: nog even van het gas af blijven. Ietsje terugschakelen en niet in allerlei kansen of dingen duiken. Ik probeer zo te kiezen dat ik bodem heb en energie over houd voor als het straks echt losbarst, die lente en zomerperiode. Ik maak en bewaak tijd om al mijn oefenen te bekijken van een afstandje. Hé kijk, zo zie ik langzaam steeds duidelijker wat zich vormt en ontvouwt. -