In het AQAL model beschrijft Ken Wilber vier facetten van een organisatie: gedrag, cultuur, intentie en systemen. Er zijn zichtbare elementen (systemen en gedrag) en onzichtbare - onder de waterlinie (cultuur en intentie). En sommige elementen zijn collectief, andere individueel.
De gedachte achter deze ‘integrale kaart’ is: elke interventie die slechts één van de vier elementaire facetten integreert is incompleet, aspectmatig en eenzijdig. Of (positief geformuleerd): elke ambitie of doelstelling valt uiteen in vier aspecten: persoonlijke ontwikkeling en leiderschap (individueel/innerlijk), competenties en gedrag (individueel/uiterlijk), cultuur en communicatie (collectief/innerlijk) en systemen en processen (collectief/uiterlijk). Om wezenlijke verandering te bewerkstelligen, dienen al deze aspecten van organisatie- en teamontwikkeling te worden verweven tot een integrale aanpak.
Een omschrijving van het model en gebruik ervan vind je hier.