This page is not available in English - View in Dutch:
Ik betreed schuchter de kring met zo’n zestig managers. Het was warm in de doorsnee hotelzaal. Toch waren hun blikken scherp. Het leek of ze dwars door me heen keken. Als hyena’s klaar om een prooi te bespringen. Nu was ik aan de beurt.
Zojuist hadden mijn collega’s en ik onze ideeën over een leertraject voor managers besproken in kleine groepen. Scepsis alom. Niemand was enthousiast. We waren er op voorbereid. Deze internationaal opererende commerciële organisatie stond bekend om haar kritische management. Dat was een uitdaging, vond mijn collega. Ik vond eigenlijk dat we hier niet eens aan hadden moeten beginnen.
Daar stond ik dan. Men verwachtte dat ik kort iets zou delen over het gesprek in mijn subgroep. Gewoon maar een paar zinnen, zodat ze er daarna gehakt van konden maken. Ik had geen idee wat ik moest zeggen. Het was stil.
En toen, opeens, waande ik me in een paar seconden terug op de middelbare school: de Oude Hoven in Gorinchem. Het was tien over drie, op een frisse lentedag. Wij waren nog de enige klas op school. Samen met onze leraar Nederlands. Er was iets vervelends en meligs in ons gevaren. Het uur hiervoor was een tussenuur. Dat kwam onze energie niet ten goede. Op dit moment hadden we alles behalve zin in een les Nederlands. Waar zou het deze keer over gaan? Als huiswerk hadden we een favoriet gedicht moeten uitkiezen. Onze leraar, een eigenzinnige man, met een bos donkergrijze krullen, liet zich niet kisten. Hij had er zin in. We moesten gedichten gaan voorlezen. Hardop. En toen was ik aan de beurt.
Daar stond ik dan. Men verwachtte dat ik met een of ander suf gedichtje zou komen. Gewoon maar een paar zinnen, waar vervolgens smakelijk om gelachen zou kunnen worden. Mijn favoriete gedicht had ik voor mij. Het was stil.
‘Mijn ziel is in mij als een kind’, begon ik schuchter. ‘Stop’, zei mijn leraar. ‘Op je stoel staan’, vervolgde hij. ‘Op mijn stoel staan?’ herhaalde ik? Doe normaal, dit is gewoon een les Nederlands. ‘Op je stoel staan’, zei hij. ‘Dit is poëzie, dat moet je vóórdragen’. Gegrinnik in de klas. ‘Die man is gek’, moeten mijn klasgenoten hebben gedacht. ‘Die man is gek’, dacht ik ook. En misschien volgde ik daarom zijn advies toch op. Ik ging op mijn stoel staan. Als vanzelf haalde ik goed adem en rechtte mijn rug. ‘Mijn ziel is in mij als een kind’, herhaalde ik krachtig. Met overgave. En met plezier. De rest van het gedicht volgde. Het gedicht brak door in mijzelf. Mijn schaamte leek overwonnen.
Daar stond ik dan. In de kring met kritische managers. Ik liep naar het midden en keek heel bewust de kring rond. Eén voor één keek ik hen recht in de ogen. Ik begon mijn verhaal. Niet zomaar een paar zinnen. Maar voor mij de essentie. Met overgave. En met plezier.
Toen ik van mijn stoel afstapte, fluisterde mijn leraar, Kees Voorbij genaamd: ‘Jij moet later echt iets met je presentatie vaardigheden gaan doen’. ‘Sure‘, dacht ik. Hoe kan je daar nu geld mee verdienen?
Vandaag, 5 oktober 2016, is het Dag van de leraar. Welke leraar heeft jou een duwtje in de rug gegeven? Laat zijn of haar naam achter op de Facebook pagina van Ondernemen als way of life .