Cette page n'est pas disponible en français - Vue en Néerlandais:
Het is zaterdagochtend. Mijn vriendin is op de markt. Ik lig op de bank te lummelen. Badjas aan, kop koffie erbij, tijd voor de Volkskrant. Kat in het bakkie zou je zeggen. Ik kom echter niet verder dan een minirubriek. Onrustig hoofd: mail checken, moeder bellen, nog een kop koffie halen, appjes die al een week op me wachten: voordat ik het weet ben ik een half uur verder. Met wat eigenlijk? Met ongegeneerde lummeltijd. En ik bedenk me dat ik door even niets te doen, ik best veel doe. In deze blog ga ik in op het belang van lummeltijd.
Tijdvat
Als kind had ik er een hekel aan: ‘klusjes’ in de tuin doen. Dus ik deed er alles aan om die te ontlopen. Terwijl mijn broer door de tuin zwoegde, lag ik op mijn kamer te lummelen. Het leverde me geregeld de stempel ‘lui’ op. Terecht, hoor ik je denken. Tsja, als ik het perspectief van antropoloog Edward Hall over het concept tijd en hoe we die beleven in West-Europa en Amerika erop na sla, klopt dat wel. In The Corporate Tribe schrijven Daniëlle Braun en Jitske Kramer dat we volgens Hall tijd in deze continenten zien als een ‘tijdvat’ dat we tot de rand toe vol vullen met allerlei nuttige en productieve dingen. We laten ons goedgevulde vat graag zien en daar krijgen we complimenten voor. Een goedgevuld tijdvat is dus een prestatie. Wie daarentegen niets doet en een beetje rondhangt –en geen tuinklusjes doet– verspilt tijd en kan rekenen op weinig complimenten (Braun & Kramer, 2015).
Een ander perspectief
Er is ook een ander perspectief op lummelen. Zo las ik in The Corporate Tribe over een indianenstam in Suriname, die omstreeks 1900 ontdekt werd. Status ontleende men in die stam aan de hoeveelheid lummeltijd. Hoe meer tijd om te lummelen hoe meer status. We kunnen die lege ruimte in ons tijdvat –zoals Braun en Kramer in hun boek schetsen– dus ook zien als ‘ongestoord’ tijd hebben voor anderen, luisteren zonder eigen agenda, behulpzaam zijn, dromen en steun geven aan anderen die ook zeer productief zijn (Braun & Kramer, 2015). Vanuit hier gedacht is er dus niks mis mee om te lummelen. Sterker nog: het voelt plots als een prestatie dat ik die klusjes in de tuin wist te vermijden.
Van niets komt iets (en andersom)
Ik vraag mezelf af in hoeverre we ons toestaan te lummelen. Of blijkt ‘de plee’ de enige plek te zijn waar we nog legaal niets mogen doen van onszelf? Volgens mij kun je het zien als een polariteit: als je te lang iets doet, moet je even niets doen, om weer iets te kunnen doen. Lummelen levert je dus iets op! En dat kun je ook plannen. Zo interviewde ik Max Kuiper, succesvol ondernemer bij Aurumn Brothers. Hij zei daarin: “inspiratie komt niet uit de lucht vallen.” Voor hem is het plannen van lege ruimte door te wandelen (iedere dag een uur) en te mediteren belangrijk. Door in beweging te zijn, zo lang, ploeter je volgens hem door je negatieve gedachten die je omzet naar positieve gedachten. Hij krijgt daardoor ruimte om te reflecteren, om veel ideeën en inzichten op te doen, waarmee hij zijn ondernemerschap sterker maakt.
Zit je weer te lummelen?
Ik wil overigens niet zeggen dat we door moeten slaan met lummelen, maar ik denk wel dat het belangrijk is om ruimte te maken voor ‘even niets’. Het lukt me ook zeker niet altijd, maar wanneer ik lang zit te ploeteren op een interview klap ik sneller mijn laptop dicht. Hardlopen, wielrennen, een boek lezen, lang wandelen of ergens koffiedrinken met mijn vriendin terwijl het midden op de dag is. Die dingen helpen me. Ik neem afstand van waar ik mee bezig was door tijd te maken voor niets. Soms gepland, soms doordat ik mezelf erop betrap dat ik een half uur uit het raam staar. Ik reflecteer en mijmer en doe nieuwe energie op om weer aan de slag te kunnen. Alhoewel ik ook vaak zo’n stemmetje hoor: “zit je weer te lummelen?”. Maar als ik het mezelf toesta, merk ik dat ik veel effectiever werk, en de inspiratie zo alsnog uit de lucht komt vallen. Zo ook nu ik op de bank lig te lummelen en bedenk dat ik dit wil schrijven. Met een druk najaar voor de boeg, wens ik je lummeltijd toe. Je zult het nodig hebben.
Recent was Derk te gast bij Tjipcast. De wekelijkse podcast van Tjip de Jong, waarin hij op zoek gaat naar perspectieven op vragen die hem bezig houden. Zij gingen daarin in op ‘niets doen’ en of we dat nog wel mogen. Via deze link kun je de podcast beluisteren.