We doen veel op de automatische piloot. Of het nu gaat over je route naar werk, je avondroutine (met partner/gezin) of de vlugheid waarmee je alweer dik een half uur op instagram keek. Onderweg van overleg naar overleg voel je de drang om efficiënt je to-do lijst af te werken. Je probeert niet vaker dan twee keer per dag je mail te bekijken maar dat lukt eigenlijk bijna nooit. En je voelt je stom als dat niet lukt.
Van die dagen vliegen voorbij, ze gaan snel omdat we veel verantwoordelijkheden hebben, meerdere ballen in de lucht houden en geen tijd willen en kunnen verliezen. We gaan van ding naar ding en verkeren in een soort handelingen-staat. Zo’n staat van on-alertheid wordt in stand gehouden door onze telefoons, apps, netflix... Het digitale gebruiksgemak waarmee veel voorzieningen van informatie en ontspanning zijn ontworpen, helpen ons in die on-aandachtigheid te blijven. We gaan daarmee voorbij aan veel waardevolle informatie, in het uiterste geval gaan we zelfs voorbij aan de signalen van ons eigen lichaam dat het genoeg is.
Dit weten we. En het blijft moeilijk om je er aan te onttrekken, het gaat als vanzelf: meegaan in het automatische bestaan. In dit stuk deel ik mijn eigen onderzoek in het omgaan met die stroom, iets waar ook ik in meegezogen word. Geïnteresseerd in dit fenomeen, probeerde ik mezelf de afgelopen maanden te observeren en ging ik op zoek naar handvatten om iets anders te doen. Het werd een grondig experiment, ik deel de dingen die effect hadden.