Er zijn diverse modellen beschikbaar die laten zien hoe innovatie werkt en die verklaren waarom sommige aanpakken wel werken en andere niet. Wat echter vaak ontbreekt is systematisch onderzoek dat nagaat in hoeverre deze descriptieve modellen ook prescriptieve waarde hebben. Met andere woorden: in hoeverre geven deze modellen mensen in de praktijk ook handvatten om zelf te werken aan innovatie? Dit artikel presenteert de bevindingen van een onderzoek dat als doel had de waarde voor de praktijk vast te stellen van elf ontwerpprincipes voor innovatie. Dit onderzoek laat zien dat de prescriptieve waarde van de principes beperkt is. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de stappen die nodig zijn in de praktijk om te werken aan innovatie en de factoren die hierop van invloed zijn. Een combinatie van een systematische en een persoonlijke benadering lijkt het meest kansrijk bij het werken aan innovatie.
Relevantie voor de praktijk
Werken aan innovatie is voor organisaties van belang. Er zijn diverse modellen en handreikingen beschikbaar die laten zien hoe organisaties kunnen werken aan innovatie. Dikwijls zijn deze modellen gebaseerd op beschrijvend onderzoek en zijn ze niet onderworpen aan onderzoek dat hun voorschrijvende waarde onderzocht heeft. Dit artikel presenteert een ontwerponderzoek dat de voorschrijvende waarde van zo’n model bepaalt. De inzichten zijn bruikbaar voor organisaties om het werken aan innovatie beter vorm te geven.
Het tijdschrift: MAB
Dit artikel verscheen in het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB). MAB is een vakblad met vaak wetenschappelijk onderbouwde artikelen op het gebied van accountantscontrole, externe verslaglegging, bestuurlijke informatieverzorging en management accounting, corporate governance, financiering, organisatie en management.